Abrikozenbloesem in de Wachau
in maart is het bijzonder mooi voor de abrikozenbloesem
Met de fiets over het Donau-fietspad van Passau naar Wenen. Als we van Melk de Wachau in fietsen, zien we de eerste abrikozentuinen kort na Aggsbach voor Aggstein.
Abrikozenbloesem is zelfbevruchtend
De abrikozenbomen zijn zelfbestuivend, wat betekent dat ze worden bemest met stuifmeel van hun eigen bloemen. U heeft geen stuifmeeldonoren meer nodig.
De bloem heeft een bloembodem. De klaverbladeren zijn overblijfselen van de knoppen waardoor de bloembladen zijn doorgedrongen. Aanvankelijk waren de abrikozenbloemen alleen waarneembaar als witte punten, zoals de volgende afbeelding laat zien.
Meeldraad en carpel
Bij de open bloem wordt onderscheid gemaakt tussen meeldraad en carpel. De meeldraden zijn de mannelijke bloemorganen. Ze bestaan uit de witte meeldraden en de gele helmknoppen. Het stuifmeel, de stuifmeelkorrels, wordt gevormd in de stofzakken.
vrouwelijk en mannelijk
Het vrouwelijke bloemorgel is de stamper. Het bestaat uit stigma, stijl en eierstok. De stamper komt uit de eierstok. In de eierstok bevinden zich de eitjes.
Bestuiving: de abrikozenbloemen zijn afhankelijk van de overdracht van stuifmeel door insecten, anders komt er te weinig stuifmeel op de littekens. Het stuifmeel dringt door het litteken. De eitjes zijn slechts beperkt levensvatbaar, dus bestuiving moet zo snel mogelijk na de bloei plaatsvinden.
De stuifmeelkorrels vormen een stuifmeelbuis die in de stijl groeit tot aan de eitjes. Bij koel weer wordt de groei van pollenbuizen vertraagd, maar ook de veroudering van de zaadknop wordt vertraagd door koele temperaturen.
abrikoos
Na bestuiving duurt het, afhankelijk van het weer, 4 tot 12 dagen om te bemesten. Bij bevruchting versmelt een stuifmeelkorrel met een ei in de eierstok en ontwikkelt de eierstok zich tot fruit.
Deze vroege abrikozenbloesem is een lust voor het oog, een bijzonder natuurspektakel. Laten we hopen dat er geen vorst is die de vrucht zo vroeg kan beschadigen.